Vrijwel iedereen lust het: een heerlijke appeltaart, vers, zelf gebakken en nog warm uit de oven. Heerlijk met een toef slagroom! Er bestaan veel verschillende recepten voor appeltaart, maar dit is de mijne.
Kneden
Beboter een springvorm en verwarm de oven alvast voor op 175 graden. Zeef 300 gram bloem in een grote kom en voeg 100 gram witte basterdsuiker toe, een klein losgeklopt ei, 200 gram (koude) boter in stukjes en een snuf zout. Kneed hier met de hand een stevig, samenhangend deeg van. Gebruik drie kwart van het deeg om de bodem en opstaande rand van je springvorm te bedekken. Laat het deeg in de vorm en het deeg wat je overhebt nu even rusten.
Mengen
Ondertussen schil je zo'n 500 gram appelen (Goudrenetten zijn hier het beste voor). Haal de klokhuizen eruit, snij de appels in partjes en doe deze in een kom. Voeg 100 gram (gewelde) rozijnen toe, een flinke snuf kaneel, een theelepel citroenschil(rasp) en 75 gram kristalsuiker. Meng alles goed door elkaar en stort dit in de springvorm.
En bakken!
Van het resterende deeg maak je 'sliertjes' die je kruiselings over het appelmengsel legt. Zo krijg je het bekende rasterpatroon. Klop een ei los en bestrijk hiermee het raster en de opstaande zijkant van de taart. Zet hem nu ongeveer een uur in de oven tot hij mooi goudbruin en gaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten